Drie dagen van terreur in Frankrijk hebben prangende vragen over de aanpak van islamitisch extremisme weer prominent op de agenda gezet. Wat kunnen regeringen doen bij het in de gaten houden van ‘risicogevallen’? En moet Europa net als de VS met een no fly-list gaan werken?

Zeventien doden en een land in shock. Dat is de voorlopige balans van drie dagen van terreur in Frankrijk. Zie hier voor een recent overzicht van de gebeurtenissen.

De roep om een hardere aanpak van islamitisch extremisme zal de komende weken ongetwijfeld toenemen, maar de afgelopen dagen bleek al dat regeringen voor grote dilemma’s staan. De vrijdag gedode broers Kouachi – hoofdverdachten van de aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo – waren bekend bij de Franse autoriteiten. Maar omdat ze recent geen al te actieve indruk maakten, werden ze sinds een halfjaar niet meer intensief in de gaten gehouden.

Intensief toezicht op radicalen

Vraag is of het doenlijk is om grotere groepen potentiële verdachten voordurend in de gaten te houden. Het voormalige hoofd van de Franse binnenlandse veiligheidsdienst Bernard Squarcini gaf vrijdag tegenover de zender France 2 (zie hier) aan dat er zo’n 5.000 personen zijn in Frankrijk die op “speciale aandacht” mogen rekenen in verband van mogelijke banden met jihadistische groeperingen. “Maar dat zijn personen die “zwakjes knipperen”, aldus de voormalige veiligheidschef.

Tegelijk leverde Squarcini een indicatief idee van de inzet die intense surveillance van individuen vraagt: 24-uurscontrole van één persoon vergt betrokkenheid van zo’n 25 man aan veiligheidspersoneel. De kosten voor de staat zijn wat dit betreft dus aanzienlijk.

Vliegverkeer: Europese registratielijst

Naast deze kwestie, die vooral op binnenlands niveau speelt, is er het vraagstuk van geradicaliseerde Europese moslims die vechten in Syrië en Irak. De Europese coördinator voor het anti-terrorismebeleid Gilles de Kerchove schatte hun aantal begin december 2014 op zo'n 3.000, waarvan pakweg duizend afkomstig uit Frankrijk.

Als antwoord op het risico van onder meer ex-Syriëgangers heeft de Britse premier David Cameron wetgeving voorgesteld waarbij personen voor twee jaar een toegangsverbod krijgen tot het VK, tenzij ze zich vrijwillig onder overheidstoezicht stellen en meedoen aan reïntegratieprogramma's. In andere Europese landen is het beleid vooralsnog minder streng.

Anti-terrorismecoördinator De Kerchove maakte zich in december vooral druk over het feit dat het op Europees niveau nog niet gelukt was om een lichte variant van de Amerikaanse 'no fly-list' voor het luchtverkeer op de rol te krijgen.

De leiders van de Europese lidstaten en de Europese Commissie zijn het eens over het opzetten van zogenoemde 'passenger name records' voor de Europese luchtvaart, om terreurverdachten beter te kunnen volgen. Maar het Europees Parlement blokkeert dit al twee jaar, met een beroep op privacygevoeligheden. Belangrijke kwestie voor de komende weken is uiteraard of het debat op dit punt gaat kantelen.

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl